Column: Aangifte tegen Geert

“En heb jij al aangifte gedaan tegen Geert?” Terwijl 90.000 mensen op Facebook de pagina “Ik doe aangifte tegen Wilders” liken, wacht ik met smart op de eerste Tweede Wereldoorlog vergelijking die ongetwijfeld gemaakt gaat worden. Even verlies ik hoop, maar wij Nederlanders  blijken een ijzersterk collectief geheugen te hebben.

Want al snel publiceert Geen Stijl een filmpje van Hitler waaronder Wilders’ woorden “Minder Marokkanen” zijn gemonteerd en wordt in de Nederlandse kranten uitgebreid  de vergelijking besproken die Duits  persbureau DPA trekt tussen  Wilders’ uitspraken en een toespraak van naziekopstuk  Goebbels. Maar daar blijft het natuurlijk niet bij. Want terwijl het Westen zich bezighoudt met Wilders, annexeert Poetin in het Oostblok de Krim en volgen wij braaf het harde beleid waarmee de Amerikanen Rusland onder druk zet. Net als vroeger, toen alles beter….. uh slechter was.

Waar ons collectieve geheugen ons niet in de steek laat, vraag ik me af in hoeverre dat te maken heeft met een gebrekkige verwerking van onze collectieve  geschiedenis. Alsof de herinnering van de Tweede Wereldoorlog ons huidige morele kompas vormt. Want uiteindelijk zijn we nog steeds bang voor de Russen, proberen we angstvallig nationalistisch gedachtegoed een plek te geven in onze samenleving en zien we de Amerikanen nog steeds als de grote bevrijders die we dankbaar moeten zijn. Terwijl Poetin zijn expansiedrang vorm geeft in Oekraïne en Wilders aanzet tot haat tegen etnisch culturele minderheid, wordt  Beyoncé geprezen om haar bezoek aan het Anne Frankhuis en het tekenen van het gastenboek.

Maar die gruwelen van de tweede wereldoorlog die nog in ons geheugen staan gegriefd zijn niet alles bepalend.  Want laten we eerlijk zijn: we zijn niet zo bang voor de Russen, Amerikanen en nationalisten van eigen bodem dat we niet met ze willen onderhandelen.  Over Sotsji onderhandelen we, maar nog liever praten we over olie. Als het moet onderhandelen we ook over homo’s, maar zelfs homoseksualiteit is een Westers exportproduct, zo stelde Maite Vermeulen op de correspondent.nl.  Van een mega handelsakkoord met de Amerikanen zijn we al helemaal niet vies en politieke onderhandelingen met inlandse racistische nationalisten is alleen maar een teken van de Nederlandse tolerantie, neutraliteit en levendige democratie.

Die onverwerkte geschiedenis gaat veel verder terug in de tijd dan de tweede wereldoorlog. Die tijd waar wij nog steeds niet van zijn losgekomen is de periode dat wij Nederlanders met de eerste multinationals W.I.C. en V.O.C.  onder het mom van handel drijven de wereld met geweld aan ons probeerden te onderwerpen. Een tijd die de geschiedenisboeken is ingegaan als de gouden eeuw. Toen Balkenende zich in 2006 liet ontvallen dat hij “de VOC-mentaliteit weer terugwilde” staarde hij zich blind op de economische achteruitgang, maar leek hij niet de opportunistische handelsgeest te zien die Nederland nog steeds tekent.

Al in deze Gouden Eeuw noemden wij oneerlijke handelsrelaties  economische bloei en de overzeese contacten die wij onderhielden, voor een deel bestaande uit slavenhandel, tolerantie. Dit beleid en de positieve bewoording van dit beleid afkomstig uit onze ‘gouden’ geschiedenis  zetten we voort . We onderhandelen met alles en iedereen en claimen tegelijkertijd moreel te zijn door constant te verwijzen naar het slachtofferschap en  dappere verzet in de tweede wereldoorlog zonder onze eigen kwalijke geschiedenis  te benoemen. Wij Nederlanders varen graag met ons eigen morele kompas. Ook al is dit een kompas afkomstig uit een tijd dat moraliteit ver te zoeken was.

Door Hannah Achterbosch

Share Button