Van links naar rechts: Mark van Breukelen (Commissaris Extern), Tineke Ellens (Secretaris), Klaas Wilts (Voorzitter), Marlies Kok (Penningmeester), Lotte Hermans (Commissaris Intern).
Terwijl we plaatsnamen in de vergaderruimte van het bestuur mochten we gelijk ervaren hoe warm het daar is. Gevoelens van medelijden met het bestuur vertaalden zich in lichte transpiratie. Een volle pot sterke koffie en koekjes diende als verzachting; het interview kon beginnen en wel meteen met een serieuze vraag.
Wat is jullie belangrijkste streven dit jaar?
Lotte: “Lastige vraag, mogen we even overleggen?”
Tineke neemt het woord: “In ons beleidsplan voor het komende jaar schemert het door dat wij dit jaar willen proberen om alle leden zo goed mogelijk bij Sociëtas te betrekken.” Lotte voegt hieraan toe dat ze alle leden ook actiever willen maken, bijvoorbeeld door de zogeheten ‘Commissiebattle’ die zij hebben bedacht voor komend jaar.
Hoe is de constitutieborrel verlopen?
Gelijk klinkt er veel gelach in de ruimte. Delen kunnen ze zich nog herinneren, maar van bepaalde zaken als de cadeautjes weten ze niet veel meer af. “Ik stapte de volgende dag uit bed en was enorm verbaasd over alle cadeautjes die er lagen. Had geen idee meer van wie ze waren!” geeft Klaas toe. Ze zijn het er met zijn allen wel over eens dat het een enorm geslaagde en gezellige avond was.
En waar is de pedelstaf?
Klaas vertelt dat de pedelstaf bij de Raad der Wijze Heeren veilig is gesteld. “De staf is helemaal ondergestickerd door ons en andere verenigingen, maar wij kunnen garanderen dat de staf veilig is!”
Beschrijf jullie bestuur in drie woorden
Over de eerste twee woorden waren ze het al snel eens: knap en hecht. Het derde woord heeft wat meer bedenktijd nodig. “Gezelligheid? Team? Tabasco?”
Na overleg komen ze tot: ‘Knap, Hecht en Bier’.
De wereld zou een betere plek zijn als…
“Oh hier gaan we iets leuks van maken! De wereld zou een betere plek zijn als iedereen Lotte is, iedereen zo knap zou zijn als Tineke, iedereen zo grappig zou zijn als Mark, iedereen zo lekker zou zijn als Klaas en iedereen zo leuk zo zijn als Marlies!”
Nu een individuele vraag: waar kunnen we jou ’s nachts voor wakker maken?
Marlies: “Naja eigenlijk wel gewoon – je paard?” onderbreekt Tineke. “Ha, nee. Chocola!” antwoordt Marlies.
Lotte: “Ijs, heel veel ijs!”
Tineke: “Ja dat weet iedereen wel van mij denk ik.” “Je vriendje?” vraagt Lotte. “Nou die heb ik wel eens wakker gemaakt voor een kroket,” antwoordt Tineke. “Daar was hij niet echter niet zo blij mee. Nee, mij mag je altijd wakker maken voor patat!”
Mark: “Een waterballonnengevecht in het Noorderplantsoen! Geweldig vond ik dat.” (SOK-battle, red.)
Klaas: “Kunnen we jou wakker maken voor de 4mijl?” grapt het bestuur. “Nee zeker niet,” zegt Klaas, “maak mij wakker voor een rode panda die ik daarna als huisdier mag houden!”
Marlies wil nog even toevoegen dat ze het liefst ’s nacht niet wakker gemaakt wordt gemaakt, en Tineke wil misschien ook wel een kitten met een groeistoornis. Want die blijven voor altijd klein en dat vindt ze ontzettend schattig.
Wie van jullie staat er het langst voor de spiegel?
“MARK!” roept iedereen vastberaden. Marlies heeft hier toch haar twijfels over. “Mark is zo iemand die één dag heel lang voor de spiegel staat om zijn haar perfect te doen, om het vervolgens vier dagen lang zo te laten hangen.”
Wie zou, na Mark, dan het meest ijdel zijn?
“Waarschijnlijk Tineke! Haar ogen zijn altijd perfect opgemaakt.” Tineke verdedigt dit door te zeggen dat ze maar vijf minuutjes voor de spiegel staat. Mark wijst vervolgens naar Klaas. Lotte stemt daarmee in: “Die staat waarschijnlijk zijn spieren voor de spiegel te flexen!”
Nu weer even een serieuze vraag: waardoor raken jullie geïnspireerd?
Klaas heeft nog geen idee. “Mag ik hier later even op terugkomen?”
Natuurlijk, dan gaan we eerst door naar de anderen. Mark?
Mark: “Als ik in een dipje zit ga ik altijd met mijn vader praten. Hij weet op alle situaties gewoon een antwoord dat het probleem weer relativeert. Als ik ergens mee zit geeft hij aan hoe ik daarmee moet omgaan en dat helpt me om mijn problemen anders te bekijken en ze op te lossen. Daar word ik heel rustig en geïnspireerd van. Ik kijk echt tegen hem op.”
Tineke: “Reizen. Ik vind het heel inspirerend om nieuwe culturen te ontdekken en zelf mee te maken. Overal gaan mensen anders met elkaar om. In Nederland is iedereen zo afstandelijk, in sommige culturen spreken mensen elkaar veel sneller aan.”
Lotte: “Ik kan nu wel iets standaards zeggen als The Beatles, die inspireren me ook wel, maar hetgeen mij echt inspireert zijn de dingen die mensen voor elkaar doen. Gewoon van die kleine handelingen die je wel eens ziet, vooral als de mensen daar zelf geen baat bij hebben. Bijvoorbeeld opstaan voor oude mensen in de bus. Zo laten mensen soms zien hoe goed we voor elkaar kunnen zijn en dat vind ik inspirerend.”
Marlies sluit zich aan bij Tineke. “Ik hou erg van reizen en daar zie ik altijd wel dingen die me erg inspireren. Daarnaast raak ik geïnspireerd door goede gesprekken en discussies. Wel als ze over serieuze onderwerpen gaan, zoals politiek en zo.”
Klaas is inmiddels ook tot een antwoord gekomen. “Ik raak geïnspireerd door dingen die ik zelf moet doen of maken. Ik moet gewoon praktisch bezig zijn. Als ik bijvoorbeeld een ventilator moet bouwen of een Sinterklaas surprise maak en dat lukt goed, dan word ik helemaal geïnspireerd.
Geldt dat ook als je moet koken?
“Nee, dan absoluut niet.”
Lukt het een beetje om bestuur en studie te combineren?
De hoofden schudden nee. “Ik volg dit jaar een vak minder,” zegt Klaas, “hierdoor kan ik het wel redelijk combineren.”
Zijn er meer die net als Klaas een vak missen?
Marlies schudt nee. “Ik volg meerdere minorvakken, maar denk dat ik van een aantal geen tentamens zal doen.” Tineke zegt dat ze veel colleges mist. “Ik heb me voor alle vakken ingeschreven, maar het lukt me niet om alle colleges te volgen.” Lotte hoopt dat het later beter gaat. “Het begin is altijd lastig, je moet alles even goed opzetten. Hopelijk zal het in de loop van het jaar makkelijker te combineren zijn.”
Nu gaan we weer even over naar de leukere vragen. Jullie hebben als bestuur de laatste tijd aardig veel alcoholische drankjes genuttigd. Is dit altijd goed verlopen? Of heeft iemand een braakje gelegd?
“Nee niemand braakt bij ons!”. Na enige discussie kwam toch aan het licht dat iemand het toch heeft gedaan. “Maar we zeggen niet wie.” Tineke vertelt dat ze de nodige voorbereidingen had getroffen. “Voor de constitutieborrel heb ik gekookt voor iedereen: stamppot met speklappen en veel vet. Een goede bodem leggen voor al het alcohol!”. De rest van het bestuur was daar zeer over te spreken. Lotte zegt dat iedereen die niet overgeeft gewoon een laffe borrelaar is.
Wat is jullie lievelingsdrankje?
Marlies: “Een mojito! En als ik specifiek mag zijn een aardbeimojito.”
Lotte: “Ik ben niet heel moeilijk..”
Gewoon bier dus?
“Nee dat ook weer niet, dat is weer zo simpel. Ik vind het wel lekker hoor. Nee ik kies voor Bailey’s!”
Tineke: “Cuarenta y tres (Likeur 43) met jus d’orange!”
Mark: “Amaretto di saronno! Lekker sterk en luxe.”
Klaas: “Ik waardeer speciaalbier wel heel erg. Een goede whisky ook! Heb thuis nu Black Label staan en ben er erg blij mee.”
Wie kan eigenlijk het meeste hebben?
“Hmm waarschijnlijk de langste onder ons!” De vingers wijzen naar Mark. “Misschien ook wel Klaas, de man van het flexen!”. Van de vrouwen wordt Marlies gezien als iemand die erg veel kan hebben, maar Tineke zou het ook kunnen zijn. Lotte is ook een goede borrelaar. “Lotte kan gewoon enorm goed adten!”. Tineke stelt een borrelwedstrijd voor. “Wie het eerst kotst is af.”
Door Sofie Wiersma en Lars Padmos